Vlees dient veilig te zijn voor consumptie. Het nuttigen ervan mag geen nadelig effect hebben op de gezondheid. Integendeel, het consumeren van vlees past in een verantwoord en gezond consumptiepatroon en draagt daaraan bij.
Het produceren van veilig vlees, is dan ook geen verdienste, waarmee een producent kan concurreren met een andere aanbieder, maar is een basisvereiste voor het in omloop kunnen brengen ervan. Omdat (vers) vlees een gevoelig product is, staat voor de COV en de aangesloten leden het zorgen en het bieden van waarborgen voor de veiligheid van vlees en vleesproducten hoog in het vaandel. Dat gebeurt onder meer door het (laten) controleren van de bedrijfsprocessen en het geven van garanties. In vrijwel geen enkele branche zijn systemen en standaarden zo grootschalig ingevoerd.
Onberispelijke kwaliteit
Nederlandse vleesbedrijven zijn toonaangevend in het borgen van een onberispelijke kwaliteit van de producten en van de productie.
Inspecteurs voeren op veel plaatsen controles uit, veelal uit voorzorg om de voedselveiligheid te garanderen.
Wet- en regelgeving nationaal
Nederland kent drie wetten inzake voedselveiligheid: de ‘Warenwet’, de ‘Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen’ en de ‘Warenwetregeling Bereiding en Behandeling van levensmiddelen’. Daarnaast is er wetgeving, zoals de Landbouwkwaliteitswet, de Destructiewet, de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) en bijvoorbeeld de Diergeneesmiddelenwet.
EU Beleid
Het EU beleid rond voedselveiligheid is gericht op de bescherming van consumenten én op een goede werking van de interne markt.
Zo kent de EU normen voor de controle van de hygiëne van levensmiddelen, van de gezondheid en het welzijn van dieren. Ook zijn er regels rond verontreiniging door externe stoffen, waarbij de EU zorgt voor een goede naleving.Verder kent de EU regels voor een passende etikettering van levensmiddelen en producten.
Op EU niveau geldt de General Food Law over traceerbaarheid van voedingsmiddelen. Uit hoofde van deze wet moet elke producent de herkomst van grondstoffen en de bestemming van ingrediënten en eindproducten kunnen aangeven. Onderdeel is de meldplicht voor bedrijven bij de overheid als er onregelmatigheden in het productieproces worden geconstateerd.
-
Hygiëneverordeningen
De EU heeft gekozen voor een integrale benadering van het veehouderij bedrijf tot de eindgebruiker (consument) waarbij diverse schakels in de vleesketen eindverantwoordelijk zijn voor hun bijdrage in de productie.
Zo is de veehouder aanspreekbaar op de gezondheid van de dieren en voor een verantwoord en geregistreerd diergeneesmiddelengebruik.
In de industrie wordt gekeken naar bewerkings- en bewaartechnieken waaronder de verpakking. Om waarborgen te bieden voor de veiligheid van vlees werken de vleesbedrijven op basis van HACCP en/of specifieke Hygiënecodes. Daarmee is het hygiënisch werken geregeld, waarbij vooral gekeken wordt naar kritische punten in het productieproces.
Winkeliers / supermarkten zijn tenslotte in beeld waar het gaat om termijnen waarbinnen producten aan de consument kunnen worden aangeboden -
Kwaliteitsystemen
Aanvullend op de wet- en regelgeving van de overheid neemt het bedrijfsleven haar eigen verantwoordelijkheid door het werken met kwaliteitssystemen. Daarbij valt te denken aan systemen als IKB, SKV en KKM, maar ook HACCP, ISO en GMP waarbij de borging van veilig geproduceerd voedsel een belangrijke rol speelt. De controle op deze en andere kwaliteitssystemen gebeurt door onafhankelijke, certificerende instanties.
Controle op naleving van de wet- en regelgeving is in Nederland een verantwoordelijkheid van de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), voorheen waren dat de oude Keuringsdienst van Waren en de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees. Deze instanties staan onder toezicht van de EU, om precies te zijn bij het Food and Veterinaire Office (FVO in Dublin). Verder heeft de EU een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA in Parma) gericht op wetenschappelijk advies.