Arbeidsmigratie cruciaal voor voedselzekerheid in Nederland en de EU
In een discussie over de omvang van de migratie naar Nederland moet het grote belang van arbeidsmigratie meewegen. De staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 pleit in haar rapport onder andere voor een rem op arbeidsmigratie voor bepaalde economische sectoren. Zeker voor vitale sectoren zoals de vleessector is dit kortzichtig en onwenselijk. Deze sector is cruciaal voor de voedselzekerheid in Nederland en Europa en arbeidsmigranten zijn daarin onmisbaar.
Maatschappelijke discussie over (arbeids)migratie in juiste perspectief.
Het is goed om in Nederland kritisch te kijken naar de ontwikkeling van de bevolking en de
maatschappelijke cohesie. Van de totale migratie over de periode van 1999 tot 2020 is de grootste categorie gezinsmigratie (33%). 25% betreft arbeidsmigratie. Deze groep internationale medewerkers levert een wezenlijke bijdrage aan de Nederlandse economie. De vergrijzing van de beroepsbevolking en de groeiende welvaart zijn de voornaamste drivers voor de vraag vanuit Nederland naar geschikte en gemotiveerde internationale medewerkers.
De meeste van hen verblijven overigens slechts tijdelijk en zonder gezin in Nederland. Na 10 jaar is minder dan een vijfde van hen nog in Nederland. De impact van deze waardevolle categorie migranten op de Nederlandse bevolkingsgroei en daarmee samenhangende maatschappelijke uitdagingen zijn beperkt.
De Nederlandse voedingsindustrie komt zonder arbeidsmigranten volledig stil te staan.
In veel sectoren binnen de voedingsindustrie, waaronder de vleessector, zijn internationale medewerkers werkzaam. Het gaat dan vaak om wat eenvoudiger werk in een industriële omgeving, waarvoor binnen de Nederlandse beroepsbevolking ondanks allerlei initiatieven door werkgevers helaas nauwelijks nog mensen te vinden zijn. Op dit moment werken er circa 9.000 in de sector. Dit is slechts 1-2% van alle arbeidsmigranten die in Nederland werken. Het aantal internationale medewerkers in de vleessector is al enige tijd stabiel tot licht dalend door consolidatie in de sector.
De staatscommissie stelt de inzet van arbeidsmigranten ter discussie voor economische sectoren die enkel bestaan vanwege een groot aanbod van laagbetaalde arbeid onder slechte arbeidsomstandigheden. Als de Staatscommissie zou doelen op o.a. de vleessector, dan slaat zij de plank volledig mis. Van laagbetaalde arbeid onder slechte arbeidsomstandigheden is geen sprake. Het is teleurstellend dat de Staatscommissie zich hierover niet bij de sector zelf heeft laten informeren.
De continuïteit van deze vitale sector is cruciaal voor de Nederlandse agro-food sector en voor de voedselzekerheid in Nederland en Europa. Dit is anders dan sommige andere sectoren waar veel meer arbeidsmigranten werken die voor de Nederlandse economie of maatschappij minder relevant zijn.
Behoud draagvlak bij maatschappij én arbeidsmigrant.
Nederland heeft er dus alle belang bij om een aantrekkelijk werkland voor arbeidsmigranten te blijven, waar zij zich (tijdelijk) echt welkom voelen. Het uitsluiten van bepaalde sectoren voor arbeidsmigranten is niet de oplossing. Werkgevers, gemeenten en overheid moeten zich gezamenlijk inspannen om tailormade voorzieningen te bieden op het gebied van arbeidsvoorwaarden, scholing, huisvesting, zorg en sociale zekerheid. De laatste jaren zijn hier mede door het rapport Roemer enorme extra stappen in gezet. Alleen het bouwen van wooncampussen in de directe omgeving van de bedrijven verloopt door gemeentelijke vergunningsperikelen helaas nog erg moeizaam. Medewerking van de overheid is hiervoor dringend nodig.
Goed werkgeverschap voor internationale medewerkers.
De COV hecht grote waarde aan het waarborgen van goede arbeidsvoorwaarden voor alle medewerkers in de sector, ongeacht hun contractvorm. De COV zet zich daarom direct en gezamenlijk met de vakbonden in voor het ontwikkelen van de randvoorwaarden voor goed werkgeverschap richting (internationale) medewerkers. De belangrijkste arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd in een met de vakbonden FNV en CNV overeengekomen cao. Daarnaast werkt de sector alleen met SNA en SNF gecertificeerde bureaus.
Met de leden van de COV is daarnaast de Fair Employment Code Flexkrachten overeengekomen. De code biedt – boven op wet- en regelgeving, de SNA en SNF-normen en de cao voor de Vleessector – extra zekerheden voor deze groep (internationale) medewerkers. De code omvat voorschriften voor zowel de ondernemingen die flexkrachten inhuren als de ondernemingen die flexkrachten ter beschikking stellen.
Meer informatie.
COV standpunt Inzet (internationale) medewerkers in de vleessector.