Arbeidsmigranten zijn allesbehalve kansloos
In het AD van 8 januari betoogt FNV-man John Klijn dat arbeidsmigranten maar op de loonlijst van de vleesindustrie moeten worden gezet. Hij noemt de industrie ‘ziek’ en de migranten ‘kansloos’; zij worden, zo meent Klijn, ‘slecht betaald’.
De 7.500 arbeidsmigranten werken in Nederland om hier een inkomen te verdienen dat in eigen land niet mogelijk is. Zij krijgen, net als hun Nederlandse collega’s, een goed salaris dat in een cao is vastgelegd – een cao die nota bene steeds met onder anderen John Klijn namens de vakbonden wordt overeengekomen. ‘Kansloos’ zijn de migranten dus allerminst en van ‘rechtsongelijkheid’ (zoals Klijn suggereert) is absoluut geen sprake. [Het is opvallend om te lezen dat Klijn van alles vindt over de omstandigheden van arbeidsmigranten, maar geen verantwoordelijk wil dragen om erop toe te zien dat alles netjes volgens de regels gebeurt. De FNV is immers uit de Stichting Normering Arbeid gestapt: een onafhankelijke stichting die toeziet op de naleving van wet- en regelgeving door uitzendbureaus.
Verder noemt Klijn de migranten ‘handelswaar’. De medewerkers werken echter uit vrije wil, omdat de salarissen en de arbeids- en leefomstandigheden binnen Nederland gewoon goed zijn en vaak beter dan in andere landen. Het beeld dat wordt geschetst over de arbeidsmigranten in de vleessector is onjuist en onnodig grievend voor alle bedrijven en de werknemers die dagelijks met veel inzet in deze sector werkzaam zijn. Het is niet meer dan vakbondsretoriek aan de vooravond van nieuwe cao-onderhandelingen. Hij vindt de sector ziek, beschuldigt ondernemers ongefundeerd van van alles en nog wat en vraagt zich dan verbaasd af waarom hij niet welkom is binnen het bedrijf.
Er werken een kleine half miljoen arbeidsmigranten uit Oost-Europa in Nederland. De 1,5% werknemers in de vleessector wonen en leven vaak samen met landgenoten die in andere sectoren werken. Als zijn beweringen juist zouden zijn, dan zou niemand meer (terug) in de vleessector willen.
Het huidige model, waarin een rol is voor uitzendbureaus die bemiddelen bij werk, huisvesting en vervoer, werkt naar tevredenheid. Deze uitzendbureaus moeten aan strenge eisen voldoen die de Centrale Organisatie voor de Vleessector en haar leden samen met de vakbonden FNV en CNV via de cao stellen. Er wordt uitsluitend gewerkt met gecertificeerde uitzendbureaus. En daar waar het beter kan of moet, worden direct initiatieven genomen om dit te doen.
De oproep om alle flexkrachten in vaste dienst van de sector te nemen is onzinnig. De meeste zijn al in dienst van bedrijven die onder de cao en het pensioenfonds van de vleessector vallen: onder arbeidsvoorwaarden die samen met John Klijn zijn afgesproken.